Er wordt wel eens gezegd “wonderen bestaan niet”, maar voor mij is er een half jaar geleden een wonder geschiedt.
Na het lezen van een krantenbericht geschreven door Yvonne Pouwer (MaatKracht) onder de naam van “Drenkeling redt drenkeling”. Dit bericht sprak mij zeer aan, want ik kon mij hierin vinden. Via de website van MaatKracht heb ik contact gezocht met Yvonne en op 12-11-03 is door mij een bezoek gebracht bij MaatKracht in Venray. Want ik liep met een vreselijk probleem, ongeveer 33 jaar werd mijn leven beheerst door een fobie (lees: poepfobie).
Wat dit inhield was niet te geloven. Wilde of moest ik ergens naar toe dan kon ik 7 – 8 keer naar het toilet gaan. Iedere keer kwam er niets of bijna niets, ondanks een hevige drang. Was ik dan eindelijk vetrokken dan kon ik na een paar minuten weer naar huis, want ik moest weer en wederom voor niets.
Ging ik naar de stad om te winkelen (wat voor mij een ramp was) kon ik eerst naar V&D, Hema of wat voor zaak dan ook, rennen want ik moest weer. Niet eens maar meerdere keren. Was ik ergens op visite, dan probeerde ik zo dicht mogelijk bij de deur te gaan zitten, om maar snel naar het toilet te kunnen. Het maakte niet uit of het leuke of minder leuke dingen waren, die drang bleef. Totdat ik richting huis ging, dan werd het minder. Kwam ik dan thuis en wist dat ik de deur niet meer uit hoefde, dan was het over. Ook als er iemand kwam bij mij thuis dan had ik het ook, ondanks dat ik in mijn eigen huis was. Zelfs aan de telefoon overkwam het me en moest ik zeggen, ik bel terug. Wat een leven? Een grote ramp was het voor mij. Van deze poepfobie wist alleen mijn kinderen en mijn ex-man. Deze kon er weinig begrip voor opbrengen. Als ik wist dat we (ik) over een paar dagen, volgende week, iets moesten gaan doen, dan had ik al drie dagen geen rust en probeerde allerlei uitvluchten om maar niet te gaan.
Ook voor m’n kinderen was het niet leuk, ook voor hun schaamde ik mij zeer. Steeds meer ging ik vermijden om maar de deur uit te gaan. Een kluizenaar was ik bijna. Thuis blijven als er maar niemand kwam was het goed. Hoe graag ik toch wel dingen wou doen, met de kinderen naar de stad, of wat dan ook, door dit vreselijke probleem heb ik wel eens met de gedachte gelopen, ik stap er uit, voor mij hoeft dit niet meer. Dit is geen leven.
Ik schreeuwde om hulp maar niemand hoorde mij. Bij de huisarts ben ik geweest, maar die zat ook met grote ogen te kijken, onbekend, nog nooit van gehoord was het antwoord. Hier, neem maar pillen enz. Overal ben ik geweest, zoals yoga, alternatieve geneeswijze, weer eens terug naar de huisarts. Heb je dat nog? Wat pillen en ga maar weer. Psycholoog / psychiater bij de RIAGG ben ik geweest, ook zonder resultaten. Ook ben ik bij “Fobie praatgroep” geweest, daar vond ik mensen met diverse problemen en voelde mij voor het eerst begrepen onder lotgenoten. Maar helaas werd deze opgeheven en stond ik weer verloren in het verleden.
Maar toen kwam Yvonne. “De reddende engel” in mijn leven. “Hier gaan wij aan werken, het is een van de moeilijkste fobieën” zei ze, “maar we gaan er uit komen”. En dat is gebeurd. Mede door met haar te praten (zij uit ervaring) en met ademhalingsoefeningen zijn wij er uitgekomen. Na tien bezoeken aan Yvonne ben ik een heel ander mens geworden. Ik ga met gemak de deur uit. Rij weer auto en zie het leven weer rooskleurig in. Ik weet niet wat mij overkomt, dat ik kan doen wat ik vele jaren niet heb kunnen doen.
Hoera: Ik ben opnieuw geboren.
Truus Jansen